De mechanische eigenschappen van AZ91D worden voornamelijk beïnvloed door de giettemperatuur en de matrijs temperatuur. Wanneer de giettemperatuur daalt (waardoor het vaste fasegehalte toeneemt), hebben de initiële mechanische eigenschappen (trekvastheid en rek) de neiging af te nemen als gevolg van een verminderd warmtegehalte in het smeltbad, wat gietfouten zoals koude vloeiing veroorzaakt.Door echter de procesparameters aan te passen, kunnen deze mechanische eigenschappen aanzienlijk worden hersteld tot hun oorspronkelijke niveaus.
Bovendien wordt de korrelgrootte van AZ91D geregeld door de stolingssnelheid, die gerelateerd is aan de matrijs temperatuur. Lagere matrijs temperaturen resulteren in kleinere korrelgroottes: de korrelgrootte neemt af van ongeveer 20 μm bij de hoogste matrijs temperatuur (275 °C) tot ongeveer 10 μm bij de laagste matrijs temperatuur (50 °C). Dienovereenkomstig nemen de vloeigrens, de treksterkte en de rek allemaal toe bij lagere matrijs temperaturen. De vloeigrens stijgt bijvoorbeeld van 145 MPa bij 275 °C tot 175 MPa bij 50 °C, en de hoogste waarden van de treksterkte (270 MPa) en de rek (8%) worden bereikt bij 100 °C.
De mechanische eigenschappen van AZ91D worden voornamelijk beïnvloed door de giettemperatuur en de matrijs temperatuur. Wanneer de giettemperatuur daalt (waardoor het vaste fasegehalte toeneemt), hebben de initiële mechanische eigenschappen (trekvastheid en rek) de neiging af te nemen als gevolg van een verminderd warmtegehalte in het smeltbad, wat gietfouten zoals koude vloeiing veroorzaakt.Door echter de procesparameters aan te passen, kunnen deze mechanische eigenschappen aanzienlijk worden hersteld tot hun oorspronkelijke niveaus.
Bovendien wordt de korrelgrootte van AZ91D geregeld door de stolingssnelheid, die gerelateerd is aan de matrijs temperatuur. Lagere matrijs temperaturen resulteren in kleinere korrelgroottes: de korrelgrootte neemt af van ongeveer 20 μm bij de hoogste matrijs temperatuur (275 °C) tot ongeveer 10 μm bij de laagste matrijs temperatuur (50 °C). Dienovereenkomstig nemen de vloeigrens, de treksterkte en de rek allemaal toe bij lagere matrijs temperaturen. De vloeigrens stijgt bijvoorbeeld van 145 MPa bij 275 °C tot 175 MPa bij 50 °C, en de hoogste waarden van de treksterkte (270 MPa) en de rek (8%) worden bereikt bij 100 °C.